Je kent het wel: ben je net lekker aan het fotograferen geslagen, is je camera plots vol! Niets is frustrerender dan een volle opslagkaart in je camera, op het moment dat je net die ene mooie shoot wilt maken, toch? Daarom in dit blog aandacht voor het verkrijgen van extra opslagruimte op je camera!

Filmpjes!
Filmpjes zijn echt funest voor je opslagcapaciteit. Het is natuurlijk leuk dat veel cameraproducenten tegenwoordig camera’s maken met uitstekende filmkwaliteit (soms zelfs videocamera waardig), maar het vraagt erg veel van je opslagruimte als je een tijdje aan het filmen bent. De snelheid waarmee je capaciteit bij filmen vol raakt, is logisch te verklaren als je beseft dat een filmpje eigenlijk allemaal korte afbeeldingen achter elkaar zijn.

Maak vooral gebruik van deze functie, maar besef wel dat je na het filmen de video’s beter direct op een hardeschijf of je PC kunt plaatsen. Veel camera’s bieden bovendien de mogelijkheid om de filmpjes al te knippen op de camera zelf. Als je bijvoorbeeld wacht totdat een wielerpeloton langs het beeld raast, zijn de momenten voor en na het daadwerkelijke passeren vooral overbodig beeldmateriaal. Op zo’n moment kun je de lengte van het filmpje vaak al inkorten op de camera zelf en beperk je het aantal bites op je opslagkaart.

RAW of JPEG
Ook het fotograferen in RAW format kan je opslagcapaciteit flink belasten. Doordat RAW meer gegevens opslaat dan het normale JPEG format, heb je behoorlijk wat meer opslagcapaciteit nodig. Zet je instellingen daarom alleen op RAW als je de foto later nog wilt bewerken. Veel camera’s bieden ook de mogelijkheid om de kwaliteit van de foto’s te verminderen. Deze instelling is over het algemeen niet zo wenselijk omdat je liever geen concessies op de kwaliteit van de foto doet. Lees hier meer over RAW.  

Selectief zijn
Je kent het vast wel. Je kijkt je vakantiefoto’s terug en ziet opeens wel erg veel foto’s van één onderwerp of gebouw. Of foto’s die toch niet zo goed zijn gelukt. Wees tijdens het maken van de foto’s een beetje selectief in wat je fotografeert. Het is natuurlijk lekker om af en toe een beetje weg te klikken. Toch is het handig om dan, bijvoorbeeld op het einde van de vakantiedag, heel even de gemaakte foto’s te bekijken. Kijk welke foto’s minder goed gelukt zijn, of dubbel zijn, en verwijder ze alvast. Zo creëer je weer extra ruimte voor de komende vakantiedagen! 😉

Koop (meerdere) goede opslagkaarten
Dit is natuurlijk een inkoppertje die je zelf heel goed kunt bedenken. Er is onderscheid te maken tussen microsd (vaak voor je compactcamera) en gewone sd voor je spiegelreflex. Deze opslagkaartjes heb je tegenwoordig zelfs al in een versie van 1 terabyte (dat is maar liefst 1000 gigabyte)! Kijk wel realistisch naar hoeveel gigabyte je nodig hebt. Voor elke byte moet je tenslotte wel betalen. Als je graag foto’s in RAW format maakt, of graag filmpjes maakt, dan is het aan te raden om een grote kaart te kopen. Met een kaart van 16GB kun je ca. 4.500 foto’s opslaan (wel JPEG en lage kwaliteit van 10 megapixel). In de titel zie je dat we je adviseren om meerdere opslagkaarten te kopen. Waarom? Dit is vooral om ervoor te zorgen dat je niet alle foto’s kwijt raakt als de SD-kaart kapot gaat of als je de kaart verliest. Bovendien kun je de foto’s op deze manier beter organiseren omdat je de kaartjes per thema kunt indelen.

Hopelijk hebben deze tips je geholpen om je geheugen (van je camera natuurlijk) iets uit te breiden!