Sportliefhebbers kunnen hun geluk deze zomer niet op. Met de spannende Tour de France – waarbij Chris Froome zijn derde tourzege wist binnen te slepen – nog fris in het geheugen, worden we deze week alweer getrakteerd op een ander prachtig sportevenement. De Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro zijn begonnen! En hoewel het niet voor iedereen is weggelegd om dit fantastische evenement bij te wonen, zijn er altijd een paar geluksvogels die zich een retourtje Rio kunnen veroorloven. Speciaal voor iedereen die deze zomer Dafne Schippers op de Olympische baan aan gaat moedigen dan wel zoon- of dochterlief langs het lokale voetbalveld gaat aanmoedigen, schreef CEWE een blog met vijf sportfotografietips.
1. Bedenk van tevoren wat je wilt vastleggen
Tijdens een wedstrijd of training gebeurt er ontzettend veel en dat gaat (in de meeste gevallen) hartstikke snel. Zo snel, dat je op het juiste moment paraat moet staan, want voor je het weet heb je een mooie move gemist. Daarom is het goed om van tevoren te de sportomgeving te verkennen en te bedenken wie of wat je wilt fotograferen. Ben je verantwoordelijk voor het maken van foto’s bij de plaatselijke volleybalclub? Kies dan een positie vlakbij het net waar je veel overzicht hebt en bovendien de sporters van voren kunt fotograferen. Het mooiste is immers dat je de emotie en inspanning op de gezichten van de sporters kunt vastleggen. Bedenk van tevoren goed wie je op de foto wilt zetten en bestudeer de bewegingen van de sporter. Wanneer spant hij of zij zijn spieren aan, wanneer is de inspanning duidelijk zichtbaar op het gezicht en op welke manier komt iemand in actie? Door dit van tevoren goed te bestuderen, sta jij op het juiste moment paraat om de beste sportfoto te maken. Daarnaast is het natuurlijk leuk om te variëren in perspectief. Probeer bijvoorbeeld eens vanuit kikvorsperspectief een foto te maken of juist boven het veld te fotograferen vanaf (bijvoorbeeld) een scheidsrechtersstoel of tribune.
2. Anticipeer op beweging
Weliswaar een open deur bij het fotograferen van sport, maar daarom niet minder waar: anticipeer op beweging. Dat doe je door je fototoestel van tevoren goed in te stellen. Om goede sportfoto’s te kunnen maken, heb je een snelle sluitertijd nodig en een hoge ISO waarde. Hoe hoog de ISO-waarde moet zijn, hangt natuurlijk af van de hoeveelheid ligt. Fotografeer je binnen dan heb je een hogere waarde nodig dan buiten. Ook de sluitertijd bepaal je (deels) aan de hand van de hoeveelheid licht. Hoe lichter de dag is, hoe hoger de sluitertijd kan zijn (en hoe beter je een actie als het ware kunt ‘bevriezen’). De sluitertijd bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Bij een lichte dag en veel beweging, kun je daarom gerust voor een sluitertijd van 1/800 of 1/1000 kiezen. Speel met de instellingen en oefen vooral veel. Wat de beste instellingen zijn, is namelijk helemaal afhankelijk van het type sport, de hoeveelheid licht en de hoeveelheid beweging. Wees niet bang om fouten te maken; het maken van goede sportfoto’s is een specialisme op zich en het kost tijd om zoiets goed onder de knie te krijgen.
3. Gebruik een zoomlens
Als toeschouwer / supporter sta je over het algemeen niet bovenop de actie. Meestal moet je de sport vanaf de zijlijn of vanaf de tribune volgen en fotograferen. Bij sportfotografie is een zoomlens dan ook een welkome aanvulling op je fotografie uitrusting. Ga je een lens uitzoeken en ben je van plan om deze veel voor sportfotografie te gebruiken, dan is het verstandig om voor ‘snelle’ lens te gaan met een diafragma van tussen de f/3.5 en f/5.6.
4. 6 – 12 foto’s per seconde
De meeste (professionele) camera’s hebben een burst functie / mode. Daarmee kun je meerdere foto’s snel achter elkaar maken. Kies voor een camera die ten minste zes foto’s per seconde kan maken. Ideaal natuurlijk voor sportfotografie, aangezien de actie binnen de sport meestal zo snel gaat, dat je het haast onmogelijk in één keer goed kunt vastleggen. Met de burst mode heb je daardoor nét wat meer kans om dat ene perfecte shot te kunnen maken. Maakt het niet alleen gemakkelijker, maar ook leuker!
5. Let niet alleen op beweging, maar ook op emotie
Geen omgeving waar je zoveel emoties ziet als in de sport. Blijdschap, boosheid en teleurstelling volgen elkaar in rap tempo op. Naast alle snelle actie, is emotie iets dat je met wat meer rust en precisie kunt vastleggen – mits je er op het goede moment bij bent. Mensen die elkaar in de armen vliegen of sporters die hun racket op de grond gooien van frustratie – het kan prachtige plaatjes opleveren. En wat is er nu leuker dan je zoon, dochter, vriend of vrouw te fotograferen die staat te glunderen van geluk vanwege een overwinning? Als jij dat moment weet te pakken, dan krijg je ongetwijfeld een prachtig plaatje die het waard is om afgedrukt en ingelijst te worden!
Veel sportplezier en mocht je nog naar Rio vertrekken deze zomer: stuur ons een leuk kiekje van Dafne Schippers, Kiki Bertens of een van de andere topsporters!